Je bent hier:

Sexy toen en nu

De situatie van een schrijfster… Sexy toen en nu

Over het maakproces

Als het om een vrouwenleven gaat

Tegenwoordig schrijf ik feelgoodromans – niet per se over romantiek overigens, maar wel over fijn leven –, en ik stuit op een probleem dat er twintig jaar geleden al was. Namelijk: hoe schrijf ik over de leuke, spannende, actieve vrouw, en hoe krijg ik het publiek zo ver dat ze het ook wil lézen?

Over het vinden van een lezerspubliek voor de vrouwelijke auteur, heb ik de blogserie ‘kansloos‘ geschreven. Het is geen sinecure, zal ik maar zeggen, en ook bij onze webshop Feelgoodboeken.nl is de positie van de vrouwelijke auteur een terugkerend thema.

Maar vandaag wil ik het graag hebben over het creëren van een fijne, vrouwelijke, spannende hoofdpersoon. Gewoon, voor mij als schrijfster zijnde. Voor mij, als ondernemende vrouw zijnde. De vraag is: moet deze vrouw verliefd worden en liefst ook door een fijne man worden veroverd? Of mag ze de liefde desnoods overslaan en haar eigen horizon planten?

Ik neem je graag mee naar de jaren negentig (vorige eeuw). Toen Ronald Giphart furore maakte met zijn seksuele liefdesromans en toen Arnon Grunberg doorbrak met een boek over zijn jeugd. In deze scene begaf ik me, en als jonge schrijfster zijnde kreeg ik de uitnodiging om zo’n boek te maken vanuit het vrouwelijke perspectief. Het ging om uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, een grote en zeker ook een coole speler in die jaren. Dus ja, natúúrlijk wilde ik dat!

Enthousiast ging ik aan de slag, lachend gaven we het de werktitel ‘Lekkere wijven’. Maar al gauw liep ik tegen het volgende probleem aan: ik wilde niet dat mijn ik-figuur door vele mannen zou worden veroverd en ik wilde niet dat mijn ik-figuur op haar beurt een mannenverslindster zou zijn – al vond ik het heus leuk (‘lachen’) om op de sexy toer te gaan. Maar vooral wilde ik dat zij, net als de mannen, een wervelend leven zou hebben en dat ze energiek haar geluk tegemoet zou wandelen. Dat kon gemakkelijk via alle elementen die in de heerlijke studentenjaren worden aangeboden.

Blog verder onder de foto.

De niet-seksistische sexscène

Er was best iets te vertellen, zoals bijvoorbeeld een leven waarin ik door mijn moeder als ‘moeilijk’ werd bestempeld, maar waarvan ik nog niet wist dat het seksisme was. Toch struikelde ik over een veel simpeler onderwerp: affectie voor de man. Ik realiseerde me dat ik alléén had gelezen en gehoord over hoe vrouwen werden aanbeden, veroverd en over hoe zij door mannen werden ‘genomen’.

Het leverde best een geinige scène op, een stuk waarvan mij werd gevraagd om het in een ‘sexy’ tv-aflevering voor te lezen van seksuologe Goedele Liekens. Dit is de scène waar het om ging:

Passage uit geëmancipeerd bedoeld werk in de negentiger jaren.

“Ik besluit je een ode te schrijven en ga er goed voor zitten: een ode, hoe begin ik. Zoals een echte schrijver het hoort te doen, tik ik met mijn wijsvinger op mijn kin en staar ik in gedachten naar het plafond. Een ode… Ik zal eerst zoeken naar uitzonderlijke punten van jouw uiterlijk en gedrag; ik oriënteer me daarop; pik er de puntjes uit die ook andere lezers in vervoering zullen brengen, zodat mijn ode niet alleen voor mij, maar ook voor anderen het gewenste sop-effect zal bewerkstelligen; en ten slotte schrijf ik dat zo soepel en simpel mogelijk op.

Punt een: uiterlijk. Ik weet nog goed, toen ik voor het eerst bij jou sliep. We waren enkel goede vrienden, want jij had nog een vriendin, en we gingen naar een literair forum, waarna het gemakkelijker was als ik bij jou bleef. Heel vriendschappelijk stoeiden we in bed en kreeg ik jou zo ver dat je mij masseerde. Jij beweerde daarna met tintelende vingers en arm, dat ik nu jou moest masseren, waartegen ik natuurlijk protesteerde, maar wat ik uiteindelijk toch deed. Jij ging achterover met je hoofd in het kussen liggen en ik sloeg het dekbed van je af. Er ging een rilling door me heen; je was zo gespierd en teer tegelijk. Ik durfde er bijna niet met mijn vingers overheen te gaan, omdat ik ervan overtuigd was dat jouw lichaam vele malen beter was betast, dan ik ooit zou kunnen. Jouw lichaam was zoals ik dat voorheen alleen op plaatjes had gezien, maar daar zei ik natuurlijk niets van.

Nu ga ik dat eindelijk wèl doen. In een ode, die ik speciaal voor jou schrijf.

Verder kan ik gebruiken dat het bij jou niet uitmaakt of je een boxershort, een oude mannen onderbroek, of die sexy tangaslip die je van een ex kreeg, draagt. Jouw geslacht heeft in iedere onderbroek een aantrekkingskracht van het vriendelijke soort. Hij is ontzettend aanwezig en straalt een ‘kom maar op mij, ik doe geen pijn, enkel plezier’ uit. Het is nog waar ook.

Je benen zijn knokig, lang, dun en weinig behaard; ik zal ze misschien beter achterwege laten. Net als je zweetvoeten. Weet je nog van toen jij voor het eerst bij mij logeerde? Ik zette in de keuken een kopje thee en toen ik daarmee terugkwam, deinsde ik achteruit om te roepen: ‘Sjonge, wat stinkt het hier ineens, ruik je dat?’ Ik anticipeerde op iets dat van buitenaf moest komen, maar jouw gezicht betrok en je stamelde: ‘Ik heb net mijn schoenen uitgetrokken.’ In eerste instantie kon ik het niet geloven, daarna moest ik er slechts verschrikkelijk om lachen, voor jou bleek het echter een teer punt, weet je nog?

Maar eerst nu die ode. Hoe zal ik jouw verschijning eens in enkele woorden samenvatten zodat iedereen er direct een beeld van heeft. Bij mezelf zou ik over cup C spreken, of over smakelijke benen die uit een korte rok steken. Dan weet iederéén dat het gaat om een bijzonder lekker wijf. Vrouwen zijn al zo vaak verheerlijkt. Dat zal ik nu eens helemaal omdraaien, dus: jij wilt niet bij mij naar binnen glijden, maar ik wil bij jou… om je heen zakken? Getverdemme. Ik ga ook niet op je zitten, dat is te plat. Ik kan vragen of jij mij neemt, maar hoe kan ik jou op een overweldigende manier ‘de mijne maken’? Jou kan ik niet penetreren, evenmin mijn liefde in je laten vloeien.

Hoe noem ik het als jouw geslacht groeit en hard wordt in mijn hand of mond; de kriebels die ik ervan krijg in mijn buik. Pik, penis, lul, zelfs vlaggemast heb ik eens gelezen. Zo uit ik mijn tere liefde toch niet? Benoîte Groult had er in ‘Zout op mijn huid’ ook de grootste problemen mee: “En als het gaat om organen die dit genot overbrengen, stuiten de schrijver, en de schrijfster misschien nog meer, op nieuwe struikelblokken. ‘De roede van Jean-Phil was tot barstens toe stijf… De fallus van Mellors stond machtig, schrikwekkend overeind… De kloten van de adjunct-directeur… Je aanbeden scrotum.. zijn penis, jouw pubis, hun penibus”, schreef ze. Het is in ieder geval waar dat het voor de schrijfster moeilijker is om over de man te schrijven, daar hebben de feministen toch een steekje laten vallen. We weten nu wel hoe we onze mannen moeten afkraken, maar hoe verheerlijken we hen?

Hij was groot en sterk, zo ver komen we nog. Maar tegenwoordig mag een man niet slechts groot en sterk zijn, hè liefste? Jij bent tegelijkertijd breekbaar en bang, en verwacht van mij dat ik groot en sterk weet te zijn. Daar hebben de roerige jaren van ouders en grootouders voor gezorgd: een vrouw mag groot en sterk zijn. Dan is ze zelfverzekerd, intelligent, staat ze haar mannetje en kunnen mannen nóg meer plezier aan haar beleven. Maar hoe heet een man sinds die tijd? Ben jij een kakelende kip als je over de boodschappen vertelt? Een roddelkont, een huilebalk of een zeurkous? Kan jij nu plots ook niet meer autorijden vanwege het bloed aan de muur?

Hier ligt een taak voor ons, vrouwen. Verzin de juiste benaming voor uw man en maak de slagzin af: ‘Als mijn man huilt, zeurt of dreint, is hij een…..’, in maximaal 25 woorden. Stuur uw antwoord samen met drie streepjescodes van Monat tampons, naar antwoordnummer 5327 en misschien wordt úw inzending gepubliceerd in de allereerste uitgave van “Erop”, het nieuwste blad voor de jonge, zelfbewuste vrouw. En als u een van de gelukkigen bent die een gouden touwtje aan uw tampon vindt, kunt u maarliefs honderd, of misschien zelfs duizend gulden winnen! Wacht dus niet langer, en ga nu nog naar de winkel!

Einde passage.

Over het tv-optreden

Maar eenmaal ter plaatse in de tv-studio, kwam een redactrice naar me toe om te vertellen dat ze mijn tekst hadden ingekort. Het verzoek was om het kader te schrappen, het was niet langer een vrolijke (schaamteloze) zoektocht van een jonge vrouw die een ode wil brengen aan de jongen/man van haar keuze, maar een serieus bedoelde aanbidding.

Hoewel ik het heus een eer vond om als schrijfster op televisie te zullen verschijnen, kreeg ik kortsluiting op inhoudelijke gronden. Moest ik nou het vraagstuk weglaten? Maar wat bleef er dan over..? Een hijgerig stuk, was mijn zorg – ik was in die jaren ook gestart als kinderboekenschrijfster. Moest ik me daarover zorgen maken?

En één ding wilde ik als jonge schrijfster niet – en als oude wordende schrijfster trouwens ook niet. En dat was, om de mannelijke fantasie te pleasen ten koste van het respect voor mijn talent. Liep dat respect gevaar? Was dat respect er wel?

Ik wist het niet… Ik wist alleen, dat ik er niet graag risico’s mee zou nemen. Mijn destijds eveneens jonge collega-schrijver Tommy Wieringa kwam de ontvangstruimte in. Hij was al aan de beurt geweest, had het toch gewoon maar gedaan, ook al was inmiddels wel duidelijk geworden dat er dingen mis gingen rond de productie van het programma. (*Notitie: uiteindelijk is toen besloten de serie voorlezende schrijvers in zijn geheel te schrappen.)

Ze hadden het niet verwacht, maar ze wisten dan ook niet dat ik ‘moeilijk’ was: ik bedankte voor de eer en ik nam afscheid. Nu, bijna vijfentwintig jaar later, kom ik voor hetzelfde vraagstuk te staan bij het boek waaraan ik nu werk (o jee, waar vind ik lezers voor de schrijfster (v.)?). Maar zeker ook bij het plot dat zich in mijn gedachten vormt voor een vólgend boek.

Het lijkt me dat deze online blog al veel te lang is geworden. Ik zal hier een volgende keer op verder gaan… In de tussentijd kun je jezelf eens afvragen: hoe actief is eigenlijk de rol van de gewone, leuke, fijne vrouw, als het gaat om de liefde en romantiek? In boeken of het echte leven? Zijn wij slechts jager óf prooi, of zijn we óók gewoon-gewoon superleuk? 😉

Reageren kan overigens in onze feelgoodboeken-community. Ik ben heel benieuwd! x

Blog gaat verder onder de foto.

De boeken van Nanda Roep

  1. Twijfelgeval Eva (2008, Truth & Dare – Foreign Media Group)
  2. Bitter en glamour (2010, De Boekerij)
  3. Van familie moet je het hebben en kan je het krijgen ook
  4. Dik, druk en dronken
  5. Sable
  6. Leugens in de lente – genomineerd voor The Indie Awards 2020
  7. Het hoogste woord (verwacht in 2022)