Taalspellen spelen
Taalspellen spelen…
Wat ik óók zo heerlijk vind van uitgever zijn, is dat ik soms – persoonlijk – kan besluiten dat een bepaald boek er moet zijn. Het handboek ‘Creatief schrijven met de klas!’ was een succes en zelf gebruik ik het steevast bij mijn werk als invaldocent Nederlands. Het is zo’n handig compact boek, geen poespas, alles direct toepasbaar. Voor deze invaldocent – die tenslotte vaak wordt getest – is het onmisbaar.
Tot ik merkte dat sommige leerlingen écht geen verhaal van een alinea of drie kunnen verzinnen. Ze weten het gewoon (nog) niet. Ik realiseerde me dat er tijdens hun schoolperiode óók geen tijd was genomen voor spelen met taal. Toen wist ik dat ik hiervoor ook een compact handboek zou maken: ‘Taalspellen voor de klas!’. Opnieuw met 60 spelvormen die je veelal op ieder moment kun inzetten.
(blog gaat verder onder de foto)
Mijn meester & vroeger…
In mijn jeugd speelden we heel vaak en graag met taal. Ik herinner me dat de meester streepjes op het bord zette voor een potje galgje met de klas. Ik herinner me de kring waarin we zinnen zo compleet mogelijk moesten doorfluisteren. Ik herinner me het spelletje met de black stories waarbij de slimste, oudste kinderen fanatiek probeerden het raadsel te ontcijferen.
Ik herinner me óók dat we een soort zoenspelletjes deden waaraan de meester óók meedeed, en waarbij steevast zijn ‘lievelingetje’ van dat schooljaar het moest ontgelden. Maar goed. Kuch. Van sommige dingen is het maar goed dat het niet meer gebeurt. Van andere dingen, echter, is het schadelijk dat het niet meer gebeurt. Zoals spelen met taal. Daarom heb ik nu een handig overzichtje samengesteld.
De Taalspellen
Het begint er al mee dat het officieel ‘taalspelen’ moet zijn. Of: taalspelletjes. Maar kijk, als ik aan 17-jarigen moet vertellen dat ze écht hoofdletters moeten gebruiken, als ze ‘ik wort’ schrijven en als ze zinnen nooit afsluiten met een punt (gelukkig geldt dit niet voor iedereen), dan moet je niet stug gaan wezen met taalregels. Eérst moet het plezier er komen. De vertrouwdheid. De glimlach. Het ik-doe-mee- en ik-mag-er-zijn-gevoel.
Dus spelen we spellen. Alle schrijvers zijn er dol op en alle leerkrachten zouden dat ook moeten zijn. In dit boek vind je 60 vrolijke en praktische opdrachten in 14 categorieën. Beeldtaal, letterspel, rijmen en woordslang… Anagram, klankrijm, alliteratie en palindroom… Het is er allemaal en nog veel meer! Moet je ze allemaal spelen? Wat mij betreft is het zoals een kookboek: je pikt er enkele favoriete recepten uit en de rest gebruik je als je aan afwisseling toe bent. Veel succes en plezier, en veel geluk!
Ik wil een eigen boek. Breng me naar Uitgeverij Adnan.
Lees ook de blogserie ‘Publiceer jezelf’
Bij het gelijknamige boek
Deel #1: Zo maak je je boek
1.1 Jij en je boek
1.2 De kosten
1.3 De schrijver
1.4 Redactie en correctie
1.5 Vormgeving binnenwerk
1.6 Vormgeving omslag
1.7 Drukwerk
Deel #2: Zo promoot je je boek
Deel #3: Zo verkoop je je boek
Wil je ook weten hoe het moet? Dat lees je in dit handboek voor zelfuitgevers!